=> De leden worden opgesplitst in zes ploegen. (ongeveer 5 in een ploeg). We spelen risk in het groot. (Risk bevat 6 verschillende kleuren van ventjes, dus dat is ideaal.)
Iedere ploeg bouwt een kamp. Wij zullen aantonen waar ze hun kamp ongeveer moeten bouwen, zodat de ruimte die we hebben ook effectief benut wordt. Ze moeten hun kamp afbakenen met wat lint.
=> De leden kunnen elkaar uitdagen (1 tegen 1) Dus er loopt bv iemand van de blauwe ploeg rond, en komt iemand van de rode ploeg tegen. Hij tikt de persoon van de rode ploeg, en mag tussen één van volgende uitdagingen kiezen:
a) blad, steen, schaar
b) het alfabet overlopen in functie van een thema (bv thema circus: a, aap/ b, buikdansen enz)
Het is ALTIJD diegene die de andere aantikt, die het spel mag kiezen. Bij B mag diegene die aangetikt heeft ook het thema kiezen.
=> twee van ons zitten aan het spelbord (het bord van risk.) Twee leden die elkaar hebben uitgedaagd en gespeeld hebben, komen naar het bord. Diegene die gewonnen heeft mag met de dobbelsteen gooien. Diegene die gewonnen heeft kijkt op het spelbord en zegt : ik heb gespeeld voor ...(bv Groenland). De winnaar gooit met de dobbelsteen. Stel dat hij 4 gooit, en er staan vier mannetjes op het land, moeten ze allemaal weg (ook als hij vijf of zes gooit.) Stel dat hij echter 2 gooit, moeten er maar 2 weg.
Als er maar 1 opstaat, en ze gooien vier, moeten ze ook allemaal weg. Redelijk logisch denk ik. Er moet hier nog even gebrainstormd worden of dit geen risico is (plots geen ventjes meer opt bord?!)
=> Er is echter een manier om ventjes bij te verdienen!!! In het begin krijgt iedereen drie kaarten. Willekeurig. Er zijn drie verschillende soorten kaarten (kanon, ruiter en soldaat.) Als ze van drie dezelfde hebben, kunnen ze dit komen inwisselen tot een bepaald hoeveelheid ventjes (nog afspreken hoeveel!)
Wanneer ze een land veroverd hebben, krijgen ze een extra kaart.
=> Er zijn enkel een paar speciale eigenschappen. Ze zijn met zes in de ploeg, en drie ervan zullen iets 'speciaals' krijgen. We overlopen eerst die eigenschappen, dan mogen de leden in hun groep bespreken wie wat krijgt van eigenschap. Dit moet een geheim blijven voor de andere ploegen. Hier volgen de eigenschappen:
a) Diegene die eigenschap 1 bezit, mag wanneer hij een uitdaging gewonnen heeft een kaart trekken. Er staat daar iets op in de trand van geel moet 5 ventjes wegdoen. Let echter op, je kan ook een kaart trekken waar je zelf ventjes moet wegdoen Ze kunnen deze eigenschap slechts 2 keer gebruiken!
(in het begin van het spel noteren we per ploeg wie welke eigenschap heeft, om de controle te bewaren. We noteren ook wie welke eigenschap al gebruikt heeft. Er is daar 1 iemand verantwoordelijk voor.
b) De tweede die een speciale eigenschap heeft kan de leeftijd van de soldaten aanpassen. Stel dat alle soldaten 15 jaar zijn, en na 45 jaar zijn ze dood. De leeftijd slaat op per 15 jaar. De eerste keer dat hij een uitdaging wint mag hij drie landen kiezen waarvan hij de soldaten dan kan verouderen. Iedere keer die persoon een uitdaging wint, mag hij van 1 vn die drie landen de leeftijd verhogen. Als ze dood zijn, heeft die ploeg dat land veroverd.
c) kwaliteit 3: schapenhoeder. Er staan twee schapen op het spelbord (wij plaatsen ze VOOR de leden hun ventjes op hun landen zetten (die ventjes worden op de landen gezet zoals int echte risk, met de kaartjes.)) De schapenhoeder moet altijd 1 van de twee schapen verplaatsen naar een aangrenzend land. Hij MOET dit altijd doen, ook als hij een uitdaging (blad steen schaar) verliest.
=> nog iets extra's: Alle ploegen krijgen een stip van hun kleur op hun hoofd, zodat wij nog weten wie in welke ploeg zit. Ze krijgen allemaal strategoventjes in hun kamp. Wanneer ze op pad gaan om iemand uit te dagen, moeten ze ALTIJD een strategoventje op zak hebben. Dit kunnen ze drie keer gebruiken. Wanneer je een uitdaging verlies, kan je zeggen 'ik gebruik mn strategoventje.' Dan moeten ze alletwee hun ventje tonen. Stel dat jij de uitdaging dus verloor, maar je wint met stratego, gebeurt er niets, en moet je niet gaan dobbelen. Je moet wel naar persoon X (1 van ons) gaan, om te zeggen wie zijn strategoventje gebruikte. Die persoon X houdt bij wie zijn strategoventje al hoeveel keer gebruikte. Ze geven hun strategoventje af.
Opmerkingen
als het niet zo duidelijk is mail me maar.
van nick bekaert, wj1102, chiro dadizele, dadizele
