Kom & Zie - tocht

Kom & Zie - tocht

Speluitleg

Doel

 

De jongeren ontdekken plaatsen en manieren die het christelijk geloof ter sprake brengen. Ze weten zich hierdoor geboeid en worden uitgedaagd de ervaring met de Levende door te geven.

 

Inleiding

 

De stad is sinds haar oorsprong kruispunt van wegen, ontmoetingsplek van rangen en standen, van rassen en landen. Mensen vinden elkaar in de stad. Ze brengt mensen samen.

De stad is van oudsher de plek van bruisend leven. Je kan er je ogen de kost geven aan alles wat het leven te bieden heeft. In de hedendaagse stad gaat het er de godganse dag erg ‘levendig’ aan toe. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, ja de klok rond is er ‘beweging’ in de stad. Ben je op zoek naar ‘verruiming’, ga naar de stad. Je vindt er de hipste trends en nieuwste rages. Voor velen was, is en blijft de stad een aantrekkingspool: de meest uiteenlopende motivaties en doelen brengen mensen naar de stad. Nergens is diversiteit zo groot als in de stad. Op zoek naar werk, een nieuwe toekomst, naar ongekende horizonten of eerder naar anonimiteit, de stad biedt elkeen een stek in haar vele straten en buurten, op haar talrijke pleinen en plantsoenen, in een luxueze loft of op een ‘kartonnen’ adres. De stad lijkt wel een ‘allesbieder’: men vindt er alles en iedereen… Veel vragen hopen in de stad een antwoord te vinden. De stad: voor de een dé droom, voor de ander een nachtmerrie. Maar… in de stad laat ook Jezus zich vinden, kan men Hem herkennen! Wat kan de ‘stad’ aan jongeren bieden in het perspectief van Jezus’ woord “Kom en zie”?

 

De stad wil voor jonge mensen Jezus in beeld brengen, verkondigend, dienend en biddend. In getuigenis, in een samen-op-weg-gaan, in het uitzeggen en uitzingen van levensvreugde en dankbaarheid, in een delend geloof.

Dit alles in de hoop dat ze, in het spoor van de twee ‘stedelingen’ toen, op hun beurt niet anders zullen kunnen dan over Jezus vertellen en anderen bij Jezus te brengen. En in het geloof dat ook vandaag en morgen het verhaal verder gaat…

 

 

Verloop

 

Je kan deze tocht op verschillende manieren opvatten. Je stippelt een parcours uit langs enkele pleisterplaatsen. Voor je vertrekt vertel je het evangelieverhaal Joh. 1, 35-42. Op elke stopplaats neem je de draad van het verhaal terug op, zodat duidelijk blijft vanwaaruit je vertrekt. Je zorgt ervoor dat er op elke plaats iets te ‘zien, proeven,…’ valt. We geven enkele voorbeelden.

 

 

Enkele pleisterplaatsen…

 

·            Een winkelwandelstraat: werkwinkels die tonen, laten proeven en tastbaar maken, doen opsnuiven en laten weerklinken wie Jezus was, is en blijft.

 

1. ‘Kom en zie…’ De leerlingen laten het zich geen twee keer zeggen en voegen zich bij Jezus. En hun ogen gaan langzaam open. Ze krijgen een klaardere kijk op Jezus. In de ontmoeting ondekken ze dat Hij in zijn zorg voor mensen God telkens weer nabij brengt. Jezus vertelt en vertolkt in taal en teken wie en hoe God wil zijn voor mensen. Jezus die deelt van wat hij heeft, en leert van wat hij leeft.

 

Getuigenis: Laat iemand vertellen over zijn ervaringen in een derde-wereld land. Heel wat jongeren brengen een deel van hun vakantie door in een ander continent waar ze kennis maken met een andere kant van de werkelijkheid. Zo’n ervaring verandert hun mens-, wereld- en vaak ook hun Godsbeeld.

 

2. Jezus die heeft en leeft vanuit zijn Vader tot wie Hij bidt in lofprijzing, maar ook in pijn. Zozeer krijgen ze zicht op Jezus, dat ze Hem ‘graag zien’ en in Hem de vervulling van hun levenswens ontdekken, het antwoord op hun vraag… En zo intens is Jezus op het netvlies van hun hart gebrand dat ze in de Paasvreugde staande houden: ‘Hij leeft!’. ‘Kom en zie’ is de uitnodiging geworden om met Jezus die weg te gaan die leidt naar het Leven.

 

Getuigenis van een jongere die zich onlangs liet dopen. Zijn/haar verhaal doet iets vermoeden van een ‘geraakt zijn’ door Jezus die ‘iets in hem/haar gezien heeft’. Het getuigt ook van een moedige keuze, tegen de stroom in. Z’on getuigenis doet bij jongeren vragen oproepen naar de beleving van hun eigen geloof. Een getuigenis vind je terug in de bijlage.

 

3. Wat is dat geloof eigenlijk? Blijkbaar gaat het om niets meer en niets minder dan de ontmoeting met de Levende. Het gaat om vriendschap. Jezus is in mij geïnteresseerd (Wat zoekt ge?) en nodigt mij uit bij Hem te verblijven (Kom en zie!). Jonge mensen voelen de kriebel van de liefde, maar de liefde laait maar in hen op als liefde een lieveling wordt en een gelaat krijgt. Als het echte liefde wordt, kunnen ze veel aan “omwille van elkaar”; omwille van hun groeiende binding. Het is niet hetzelfde in de relatie met Christus.

 

Gesprek a.h.v. van afbeeldingen van Christus: De begeleider verzamelt een heleboel afbeeldingen van Christus. De geschiedenis van christelijke kunst levert ons hier een grote schat. De jongeren krijgen een tiental minuten om een afbeelding te kiezen die hen helpt een antwoord te formuleren op de vragen: Wie is Jezus voor mij? Hoorde ik al ‘kom en zie’? Mag Hij iemand zijn voor mij?

 

Contemplatieve dialoog:

Doelstellingen:

Geraakt worden door het Woord, leren bidden

Inkleding:

Bidden is vandaag voor velen, zeker ook voor jongeren, iets waar men niet meer vertrouwd mee is. Contemplatieve dialoog is een gebedstechniek die zal duidelijk maken dat bidden ook iets voor mij kan zijn. En daarbij komt dat de ander mij kan helpen om Gods woord te verstaan. Het is een gezamenlijke meditatie waarbij men mekaar laat delen in het eigen gebed.

Deze werkvorm vraagt een grote openheid van de deelnemers.

 

Verloop:

Iedereen zet zich rustig in een kring. In het midden kan een kaars staan en ligt het evangelieboek. De begeleider legt de bedoeling en het verloop uit van contemplatieve dialoog. Men kan maar echt beginnen als iedereen goed begrepen heeft hoe er zal gewerkt worden. Vragen van praktische aard kunnen storen eens je goed op weg bent. Het gaat hier immers om een gebedstechniek.  De begeleider leest een evangelieverhaal voor. De anderen luisteren, maar beschikken zelf ook over de tekst. Het verdere verloop gebeurt in verschillende ronden.

1) Na een moment van stilte (dit mag gerust vijf minuten duren), leest elkeen de zin, tekstfragment of deel van een zin voor waardoor hij getroffen wordt. Het kan best zijn dat één zin door verschillende mensen gekozen wordt. Dit kan gerust. Men zegt dan niet: ‘Ik koos dezelfde zin als…’, maar leest gewoon de eigen zin.

2) Ieder herhaalt opnieuw zijn zin en vertelt waarom die zin hem/haar aangesproken heeft. Hierbij komen eigen ervaringen naar boven, gelinkt aan het evangelieverhaal. Wie wanneer aan het woord komt, heeft geen belang. Het zou wel goed zijn als iedereen probeert iets in te brengen. Omdat dit geen discussieforum is, wordt er niet gereageerd door de anderen. Ieder contempleert rustig over wat wordt aangebracht.

3) Deze fase start opnieuw met een periode van stilte. Daarna is er gelegenheid om te reageren: men zegt – weer zonder te discussiëren – wat hem of haar in de bijdragen van de anderen getroffen heeft, wat men meeneemt en onthoudt.

4) In een laatste ronde kan men afsluiten met voorbeden en een onzevader.

Materiaal:

- een kaars

- een bijbel

- een kopie van de bijbeltekst voor elke deelnemer

Bronnen:

L. Aerts, Nieuwkomers bij de bron. als de Kerk naar jongeren luistert,Antwerpen,2003.

 

 

4. Al van de eerste dag worden de ‘volgelingen’ op hun beurt getuigen: Andreas vertelt aan aan zijn broer Simon over zijn ‘ontdekking’ en brengt hem bij Jezus. Ja, ‘stedelingen’ – ze kwamen uit de stad Betsaïda (Joh. 1,44) – behoren tot de eerste kern, die niet anders kan dan over Jezus vertellen en anderen bij Jezus brengen. Het verhaal gaat verder…

 

Getuigenis van iemand die zich door God geroepen weet, op zo’n manier dat het zijn hele leven bepaalt. Hier kan aan het woord komen: een jongere die oprecht vanuit haar/zijn geloof probeert te leven, een seminarist, priester, religieuze,…

Je kan hier ook een stukje video laten zien van de broeders van Taizé. Laat nadien wat ruimte om vragen te stellen. Je sluit passend af met een Taizérefrein.

 

 

·             Pleinen die telkens een ‘forum’ bieden voor ontmoeting getuigenis en uitwisseling

 

De vorige werkvormen kunnen ook verdeeld worden over de pleinen.

 

 

·             Stadsoases van rust en stilte: momenten van bezinning en gebed.

 

Je kan hier aansluiten bij een biddende gemeenschap in de stad of zelf zorgen voor een gebedsmoment.

 

 

·             Een ontspannings- en uitgaanscentrum waar muziekoptredens en ander cultureel ‘verzet’ te rapen valt voor avontuurlijk en avonduurlijk vermaak, op maat en smaak geknipt.

 

Kan je met je groep niet naar Hasselt/Brussel/Brugge/Antwerpen/Gent… dan kan deze activiteit doorgaan in je eigen dorp. Beschouw het dan als een voorbereiding op de jongerenontmoeting tijdens de herfsvakantie ‘Brussel 2006’.

 

Wat de tocht zelf betreft: je kan hier gebruik maken van verschillende tochttechnieken. Zij maken het gebeuren wat speelser. Bovendien moet je, wil je de weg niet verliezen, goed ‘zien’.

Enkele voorbeelden:

·             zout-zouttocht: Aan elke splitsing staat een potje met zout en/of suiker. Proef je suiker, sla de weg rechts in. Proef je zout: sla de weg links in. Proef je zoet en zout: ga dan rechtdoor.

·             Geef een stuk wegbeschrijving in morse, beschrijf de weg door alle letters en woorden aan elkaar te schrijven. De letters worden cijfers…

Visgraatkaart

Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?

Surf naar www.ijd.be

Materiaal
Organisatie
Interdiocesane Jeugddienst vzw

Leeftijd

12
tot
16 jaar

Aantal spelers

8
tot
20 spelers
Duur
120 minuten
Aantal groepen
1 groep
Terrein
Soort
Intensiteit
rustig