Materiaal: een knuppel van krantenpapier en 4 stoelen die 4 brievenbussen voorstellen.
Alle spelers staan in een kring en krijgen elk de naam van een gemeente. Eén speler is postbode en staat in het midden met een papieren knuppel. Op 4 plaatsen in de kring staat een brievenbus. Het spel begint als de postbode roept: "ik heb een brief" en de spelers antwoorden: "waar vandaan?". De postbode antwoordt daarna bv. met "Zele" en loopt dan snel in de richting van één van de vier brievenbussen en legt daar zijn knuppel neer. Daarna snelt hij in de richting van "Zele" (= de plaats waar de speler "Zele" stond). De speler "Zele" gaat eerst de knuppel halen en probeert dan daarmee de postbode een tik te geven. Wordt de postbode geraakt voor hij in Zele is, dan moet hij in Zele blijven en wordt de achtervolger postbode. Bereikt de postbode Zele het eerste, dan mag hij postbode blijven.
