Ieder kind krijgt een bord. Dat bord wordt afgetekend op papier en dan uitgeknipt. Het bord mag dan weg.
De ronde wordt op tafel gelegd met daarop de helft van de noppenplastiek. De noppenplastiek moet minimum twee keer groter zijn dan de cirkel. De noppen moeten naar boven liggen.
Dan bedekken we de cirkel met drie lagen viltwol. Vanaf de vierde laag kan er een tekening gevormd worden.
Dan nemen we warm water en vlokkenzeep. De zeep lossen we eerst op in het water en dat mengsel doen we op de viltwol en vilten we de cirkel tot een stevig geheel. Om te kunnen beginnen vilten moet eerst de tweede helft van de noppenplastiek over de zeep, het water en de viltwol gelegd worden. De noppen moeten naar de wol toe liggen.
Dan kan men beginnen te vilten.
Als het een stevig geheel is, knippen we de toverbuidel in vorm en laten het drogen.
Nu kan de begeleiding gaatjes maken in de buidels. Het moet een even aantal gaatjes zijn. Door de gaatjes wordt dan een stevig lint of een veter gerijgd.
Dan kan het lint aangetrokken worden zodat je een buideltje krijgt waar je geld kan instoppen.
Als je niet veel weet over vilten en viltwol kan je best uitleg vragen bij het aankopen van viltwol.
