Zangstonde prins Jarka

Zangstonde prins Jarka

Speluitleg

Toneeltje Zangstonde Prins Jarka komt op: "Wat is het hier toch prachtig in mijn vader zijn kasteel. Weten jullie, zo'n vader als koning hebben heeft wel een hele hoop voordelen. Neem nu bijvoorbeeld, euhm, je steelt iets bij een boer. Die boer klaagt je aan, maar dan is er mijn vader die de boer laat ombrengen omdat hij niet mag liegen, en zeker niet in het nadeel van het Koningshuis. Je hebt ook meer en beter eten dan alle andere mensen. Ha, laat ze maar honger leiden ik zal wel gezond kunnen eten. Sssst daar komt iemand." Koning Kembel komt op, voor hij zichtbaar is roept hij: K "JAAAAAAAAARKAA!!!" J "Ja vader" K " Heb jij de boer zijn kip vermoord" J "Ja vader, maar ik kon er niets aan doen" K "Leg me dat dan maar eens uit" J "Ik reed met de trein, en daar zat hij." K "Daar zat wat?" J "Er zat een kieken op het spoor en den trein die kon niet door, singing .......... (Er zat een kieken op het spoor p.:75) K "Dan kon je er inderdaad niets aan doen, trouwens, uw prinses is op komst. Zorg maar dat je een beetje mooi bent. Het wordt uw vrouw weet je. Plots komt koningin Beatrijs op het podium gelopen. B "Koning Kembel" K "Ja Beatrijs, wat is er nuuu weer?" B "Ik kom net van het bos" J "Haha, Moeder, ben je daar een spook op het lijf gelopen?" B "Nee, Daar stond zo een paddestoel met grote...." K "Howhow, zeg het nu eens rustig." B (haalt diep adem) Op een grote paddestoel, vol met ........ (Op een grote paddestoel p.:36) J "Wist jij dan niet van die kabouters?" B "Bedoel je...." K "Ja hij bedoelt dat die echt bestaan" B "Dat wist ik niet, Koning Kembel, ik wil er een, ik wil een kabouter op mijn kamer!" J "Dan zal je er een moeten gaan vangen moeder." K "Zet niet zo'n hoge toon op tegen je moeder ga jij er maar één vangen hophop." Jarka loopt een beetje boos de kamer uit. K "Zo, die weet weer wat te doen." even stil K "zeg eens Beatrijs, heb je het gehoort?" B "Wat moet ik gehoort hebben?" K "Tante Loes van Marokko?" B "Ah ja, die, wat is er van?" K "Kheb een tante in marokko........... (Tante in marokko p.:138) B "Oh nee, komt die echt of wa?" K "Jep" B "En brengt die haar kat ook mee?" K "Erger nog, ze brengt er 8 mee" B "Hé? Heeft die heel de winkel leeg gekocht? K "neenee, er is een 1 2 3 4 5.....ling geboren...... (De poes van tante loes p.:18) B "Da moet wel ne stevige kater gedaan hebben, want als ge die kat beziet, amai." Plots gaat de GSM van Kembel af. K "Hallo,........., Dag Prinsesje............................wat? Uw koetsier is ziek gevallen? En wie is uw koetsier? ................Ik had het kunnen denken, die is altijd ziek, behalve zondag! Altijd is kortjakje ziek, midden in de week maar zondags n........... (Altijd is kortjakje ziek p.:9) Weet je mijn prinsesje, ik stuur een andere...............hoe je hem zal herkennen? ...........Weet je ik zal hem groen schilderen............... ja groen, je weet wel Daar was eens een groen mannetje .................. (Daar was eens een groen mannetje p.:15) Ok tot straks" B "Was dat die van onze Jarka?" K "ja, daar hebben we het laatste ook nog ni van gezien hoor." Plotseling komt tante loes op het podium, een chichimadam eerste klas K "Aaaah, hier hebben we ons Loesje zie" B "Dag Loes, wat een mooie hoed heb je daar op." L "Dankje Bea, ik mijn katten bij de wachter gelaten hé, die had daar een mooi kot" K "Dat is goed, blablabla Terwijl K en L blablabla tegen elkaar doen draait B zich naar het publiek B "Ik haaaaat het als ze Bea zegt" Plots begint Loes te zingen, mijn hoed die heeft 4 deuken.................. (Mijn hoed p.:34) B "Ah Loeske, ga maar naar de logeerkamer je installeren, dan kan je sevens ineens aanschuiven aan 't tafel. K "Volg mij maar, ik zal je het wijzen." K Wijst L de weg naar Boven. B "Ja, die loes, da is er nogal een, die kan nu eens echt het bloed onder mijn nagels halen. Plots komt J terug de kamer in. J "Moeder, kwam ik daar in het bos aan, maar ik zag geen kabouter. Volgens mij is die gaan lopen wanneer die uw gezicht zag." B "Altijd een grote mond hé, tot waar ben je gaan zoeken?" J "Tot dat huisje daar." B "Welk huisje?" J "Awel, in het bos daar staat een huisje, keek eens ...... (In het bos p.:30) B "Ah, is dat niet waar die Jager woont?" J "Ja, vandaar dat liedje hé. Die heeft trouwens ook een kabouter." B "Hoe weet jij dat?" J "Hij vertelde me het zelf, Ooo die Woutertje, woutertje, wiedewiedewoep..... (Woutertje p.:41) J "Waar zit ons vader eigenlijk ergens?" B "Die zit boven met Tante Loes, ja, die is hier ook weer" J "Bweik, en die eet zo vies. Over eten gesproken, wat eten we eigenlijk?" B "Mosselen, gemaakt door onze eigen mosselman, zeg ken jij de mosselman, de mosselman....." (Zeg ken jij de mosselman p.:53) J "Die kan inderdaad goed mosselen maken" Koning Kembel komt terug de kamer in. K "Wat hoorde ik hier allemaal over mosselen? We gaan mosselen eten of wa." B "Ja" J "Gemaakt door onze eigen mosselman" K "Da Amerikaans ventje, ik zal die toch eens moeten ontslaan hoor." B "Wat heeft die misdaan, die maakt toch lekker eten?" K "Dat is waar ja, maar die is zo onhygiënisch, Een Nederlandse Amerikaan die zie ja al van verre staan.... (Een Nederlandse Amerikaan p.:116) B "Dus die gaat ge ook ontslagen, de een is nog maar net buiten en de andere moet ook al direct ontslagen worden. schoon is dat." J "Is de Jef ontslagen? Waarom?" K "Jef zat in de keuken met Tina, Jef zat in de ........" (Jef zat in de keuken p.:82) J "Groot gelijk dat die onslagen is. De prinses komt de kamer binnen samen met de Koetsier. J "Mijn Prinsesje, spring in mijn armen!!" P "Oh Jarka, nu zijn we tesamen" J "Koetsier, bedankt om haar veilig en wel naar me te brengen." Koet "Dat is graag gedaan, dat is immers mijn taak." Samen zingen ze: Vrolijke, vrolijke vrienden ..... (Vrolijke vrienden)

Opmerkingen

Alle liedjes zijn terug te vinden in "zings met ons", een zangboekje van de cm (christelijke mutualiteiten) De begeleiding die niet mee doet aan het toneeltje moeten de gasten motiveren om luid mee te zingen, zo wordt dit toneeltje een echte musical!

van Wim Franken, AG/0503, Joka, Kapellen

Materiaal
  • Voor iedereen 1 Liedjesblaadjes
Organisatie
Chirojeugd Vlaanderen

Leeftijd

5
tot
55 jaar

Aantal spelers

20
tot
100 spelers
Duur
45 minuten
Aantal groepen
1 groep
Terrein
Intensiteit
matig