Deens slagbal

Deens slagbal

Speluitleg

De kinderen worden in twee teams verdeeld. 1 team is de werppartij en het andere team is de veldpartij. De kinderen van de veldpartij staan verspreid in het uitgezette veld. 1 kind van de veldpartij is de brander. Ook staan er in het veld 2 pionnen. De eerste staat bij het slagpunt, de andere staat ongeveer 6 meter het speelveld in. De eerste werper gooit/slaat nu de bal zover mogelijk het speelveld in. Als hij heeft gegooid dan rent hij zo snel mogelijk naar de pion loopt er om heen loopt terug en rent om de andere pion heen, hij probeert zoveel mogelijk rondjes te maken. De veldpartij moet proberen om de bal zo snel mogelijk naar de brander te spelen. De brander moet als hij de bal heeft deze afgooien in een emmer. Zodra de bal in de emmer is moet de werper stoppen met lopen. Het aantal gelopen rondjes is het aantal behaalde punten. Nu is de volgende werper aan de beurt. Je telt alle rondjes bij elkaar op. Je kunt de werper laten gooien met een bal, of je kunt ze laten slaan met een slagbalknuppel. Bij 3 vangballen van de veldpartij wordt er gewisseld, anders na bijv. 10 minuten speeltijd. Welk team haalt de meeste punten?

Materiaal
pionnen, emmer, bal, tennisbal, slagbalknuppel, papier, pen, partijlintjes
Organisatie
KLJ