How it's made

How it's made

Speluitleg

Een goed begin is het halve werk. Iedereen kent dat spreekwoord wel, maar nu gaan we het ook echt toepassen. Het is belangrijk jullie aspi's zo goed mogelijk klaar te stomen om geweldige leiding te worden. Eén aspect daarvan is een leuk en uitdagend spel maken. Dat is nu net waar het in dit spel om draait.

Doel

How It's Made kan je spelen als preleidingsvorming. Zo leren de aspi's wat er allemaal bij komt kijken als je een spel maakt, en ze kunnen het direct toepassen.

Verdeling in groepen

Verdeel de aspi's in groepjes van drie à vier spelers. Verstop daarvoor prentjes van de afdelingsfiguren in jullie lokaal. Degenen die hetzelfde prentje vinden, vormen vanaf dan een groep en maken samen een spel voor de afdeling die bij het figuurtje hoort.

Spelverloop

De aspi's moeten hun eigen spel uitwerken. Ze doen dat aan de hand van enkele spelonderdelen die ze verdienen tijdens vijf battles. De spelonderdelen schrijf je op kaartjes, die deel je nadien uit.

  1. Vakvechten: Maak een cirkel op de grond. De spelers moeten de andere groepen uit de cirkel duwen. De groep die als laatste iemand in de cirkel heeft, wint.
  2. Schoenenpetanque: Iedereen moet tegelijk sloefsjotten (je schoen losmaken en vanaf je voet weg stoten) naar een op voorhand afgesproken punt. De schoen die het dichtst bij dat punt valt, wint.
  3. Tennisbal zoeken: Verstop evenveel tennisballen als er groepen zijn over het terrein. De groep die als eerste een tennisbal vindt, wint.
  4. Blad-steen-schaarbattle: Speel per twee blad-steen-schaar. Beide spelers houden hun handen op hun rug en tellen samen af: "Een, twee, drie!" Op drie tonen ze elk een symbool. Blad: een uitgestrekte hand, steen: een vuist, of schaar: wijsvinger en middenvinger uitgestrekt in de vorm van een open schaar. Het blad wint van de steen, de steen overwint de schaar en de schaar wint van het blad. De verliezers vallen af, de winnaars spelen verder tegen elkaar. Degene die het laatste spelletje wint, wint ook de battle.
  5. Dassenroof: Alle spelers stoppen een lintje achteraan in hun broek of rok. Als iemand van een andere groep je lintje kan afpakken, val je af. De aspi die als laatste overblijft, wint.

Verdeel na elke opdracht de kaartjes van een van de spelonderdelen. De winnaars mogen als eerste een kaartje trekken, dan de tweede groep, enz.

Nu kunnen alle groepjes hun eigen spel beginnen uit te werken. Ze mogen dat volledig zelf verzinnen maar ze hebben wel elk vijf kaartjes (met daarop een doel, thema, locatie, materiaal en spelregel) die ze verplicht in hun spel moeten verwerken.

Spelonderdelen

Hieronder vind je de spelonderdelen en enkele voorbeelden die je kan gebruiken. Kijk wat er bij jou in de groep mogelijk is en vul gerust aan. Als er meer groepen zijn dan kaartjes, gebruik dan kaartjes dubbel.

Doel

  • Verover het andere kamp
  • Verdien de meeste punten
  • Schakel alle tegenstanders uit

Thema

  • Prinsen & prinsessen
  • Cowboys & indianen
  • Aliens

Locatie

  • Bos
  • Grasveld
  • Toiletten
  • Speeltuin
  • Plein
  • Dorp/stad

Materiaal

  • Hockeysticks
  • Fietsbanden
  • Verf
  • Een touw
  • Tennisballen

Spelregel

  • Er is een saboteur in het spel
  • Er moet altijd iemand in het kamp blijven
  • Er zijn verschillende rondes

Einde van het spel

Wanneer alle groepen klaar zijn met hun spel is het tijd om ze uit te testen. Elk groepje mag dan een keer leiding zijn terwijl de andere aspi's zich inleven in de afdeling waarvoor het spel bestemd is.

Organisatie
Chirojeugd Vlaanderen

Leeftijd

16
tot
18 jaar

Aantal spelers

2
tot
20 spelers
Duur
120 minuten
Terrein
Intensiteit
rustig