Meneer properwas en mevrouw wasvuil

Meneer properwas en mevrouw wasvuil

Speluitleg

Meneer Properwas en mevrouw Wasvuil hebben een groot probleem: hun wasmachine is kapot. Ze zijn bang dat het witte doek dat ze elke dag wassen nu een beetje vuil zal worden. Laten de ribbels hen zien hoe mooi een doek kan worden zonder wasmachine? Een beetje vuil kan ook mooi zijn!

IN HET KORT

Om meneer Properwas en mevrouw Wasvuil te overtuigen dat ze hun wasmachine niet nodig hebben vandaag moeten de ribbels met z’n allen een mooi kunstwerk maken van het witte doek. Zo’n kunstwerk maken ze door veel te spelen. Voor elk spel dat de ribbels spelen, kunnen ze een herinnering op het doek achterlaten.

VOORBEREIDING

  • Verstop op voorhand vijf potjes met verschillende kleuren verf in of rond de Chirolokalen.
  • Teken een cirkel in het midden van een wit doek. Die cirkel moet leeg blijven zodat de ribbels er op het eind van het spel een handafdruk op kunnen plaatsen.
  • Teken een wasmachine op een terrein (= een rechthoekig veld). Dat moet groot genoeg zijn, want de ribbels moeten er toertjes rond kunnen lopen.
  • Leg het volgende extra materiaal klaar: drie kleuren verf, lippenstift, een bal, drie stoelen.

INKLEDING

Neem de ribbels helemaal mee in je verhaal. Verkleed je in meneer Properwas met heel propere kleren, en mevrouw Wasvuil met heel vuile kleren. Neem een kartonnen doos mee die je tot wasmachine omtovert. Laat de ribbels zien dat ze niet meer werkt als ze er iets vuils in steken.

SPELVERLOOP

Verdeling in groepjes

Laat meneer Properwas en mevrouw Wasvuil zichzelf voorstellen. Laat hen opkomen met drie potjes met verf. Vraag de ribbels plechtig om naar voren te komen en geef hen allemaal een stip op hun neus. Het kleurtje dat ze op hun neus krijgen, wordt de kleur van hun ploeg. Verdeel hen zo in drie gelijke ploegjes.

Het doek kleuren: spelletjes

De ribbels moeten er allemaal samen voor zorgen dat er heel veel kleurtjes op het doek staan. Dat kunnen ze doen door spelletjes te spelen in drie ploegen. Elk spelletje zal resulteren in een tekening op het doek. Hieronder vinden jullie een lijst met spelletjes.

EÉN VINGER, ÉÉN KLEUR: Wat zou een doek zijn zonder vingerverf? Op het terrein zijn er enkele potjes verf verstopt die de ribbels moeten zoeken. Hierbij horen twee regels. Regel 1: de ribbels mogen per keer dat ze lopen maar aan één vinger één kleur verf doen. Regel 2: de ribbels mogen geen potjes verplaatsen of uitgieten. Geef de ribbels een tiental minuutjes de tijd om een kleine maar mooie tekening op het doek te vingerverven. Ga nadien eventueel eens rond om te kijken wat je kunt herkennen in de tekeningen.

AAAAAA VUIL!: Geef de ribbels de opdracht op een lijn naast elkaar te gaan staan. Geef per team aan een ribbel een verfborstel en wat verf. Die ribbel moet een zo mooi mogelijke wasmachine schilderen. De schilders mogen wel enkel verven zolang iemand van hun ploeg ‘aaaa’ aan het roepen is. Alle ribbels van dat groepje moeten dus hun best doen om dat zo lang mogelijk vol te houden.

LIPPENSTIFTTIJD: Laat alle ribbels hun lippen rood kleuren met lippenstift. Baken drie terreinen af waarop je een stoel plaatst. Duid één iemand aan van elke ploeg die koning(in) wordt van het vuil. Die ribbel moet op een stoel van het terrein van een andere ploeg gaan zitten. De ribbels moeten proberen om hun koning of koningin vrij te krijgen door hem of haar een kus te geven op de hand. Ze slagen hier enkel in als ze ondertussen zelf geen kus krijgen van iemand van een ander team. Als ze wel een kus krijgen, moeten ze terug naar hun eigen terrein. Als herinnering aan dit spel mag elke ribbel een kus op het witte doek zetten.

VUILE VOETEN?: Zouden de ribbels vuile voeten hebben? Laat hen in een grote driehoek tegenover elkaar staan, op elke zijde een ploeg. Om beurten mag van elke ploeg één ribbel een sprong maken, met de benen samen. Afwisselend springt dus een ribbel van ploeg 1, dan een ribbel van ploeg 2, dan een ribbel van ploeg 3 en vervolgens opnieuw een ribbel van ploeg 1, enzovoort. Wie tijdens of na de sprong de voeten van een tegenstander kan tikken, zorgt ervoor dat die ribbel uitvalt. Ze mogen alles proberen om de voeten te tikken, maar hun eigen voeten moeten blijven staan waar ze neergekomen zijn. De ploeg van de ribbel die als laatste overblijft, wint. Als herinnering aan dit spel zetten de ribbels een voetafdruk op het witte doek. De winnende ploeg mag de kleur van de voetafdrukken kiezen!

ROND DE WASMACHINE: Voor het laatste spelletje heb je de grote getekende wasmachine nodig (een rechthoekig veld). Laat twee van de drie ploegen in het veld staan. De derde ploeg staat net buiten het veld. Van die ploeg moeten alle ribbels om de beurt proberen een bal in de wasmachine te werpen. Als dat lukt, mag de ribbel die de bal geworpen heeft rond het veld beginnen te lopen. De andere ploegen moeten nu de bal zo snel mogelijk naar een centrale plaats brengen. Wanneer de bal op die centrale plaats is, moeten alle ribbels stoppen met lopen. Wanneer de volgende ribbel van hun groep de bal in het veld werpt, mogen ze verder lopen. Speel dat drie keer, zodat elke ploeg een keer mag werpen. De groep met het meeste rondjes rond het veld wint. Herinnering op het doek? Laat de ribbels een bal in verf dompelen. Ze mogen hem nadien op het doek werpen.

EINDE VAN HET SPEL

Nu het doek al mooi opgevuld werd met herinneringen aan de spelen mogen de ribbels het kunstwerk afwerken. In het midden van het doek is er nog een mooi plekje, waar meneer Properwas en mevrouw Wasvuil met verf hun handafdruk kunnen zetten. Ze hebben tenslotte hun angst overwonnen! Ook alle ribbels mogen hun handafdruk nog met verf op het doek plaatsen. Nu is het witte doek lekker vuil!

Organisatie
Chirojeugd Vlaanderen

Leeftijd

6
tot
8 jaar
Intensiteit
matig