Monopoly

Monopoly

Speluitleg

Er zijn 3 teams met elk een leider en er zijn 2 posten. Elk team krijgt een kaartje van de wijk/het dorp (zie bijlage). Hierop staan de posten aangeduid. Er staan ook huizen op aangeduid. De teams moeten de hele tijd van de ene post naar de andere gaan (je mag pas terug naar de ene post, wanneer je eerst bij de andere bent geweest). In de post mogen ze dan een korte opdracht doen, waarvoor ze geld (10 euro) krijgen. Met dat geld kunnen ze onderweg, tussen de posten, huizen kopen (op de plaatsen die op het kaartje aangeduid zijn). Ze schrijven dan met stoepkrijt hun naam op de stoep/straat en trekken een streep over de straat, zodat het andere team er niet langs kan kijken. Als je voorbij een huis van een ander team loopt, moet je tol betalen. Je verliest dan een deel van je geld en trekt een streepje langs de naam van het team. Als je meer dan 1 euro tol moet betalen, moet je ook meer streepjes trekken (1 streepje per euro). Op het kaartje staat een legende, waarin de huizen staan, met bij elk huis de kostprijs, de waarde van de tol en de exacte locatie van het huis (meestal een huisnummer van een echt huis).

Zoals eerder vermeld, loopt er bij elk team een leider. Hij ziet erop toe dat de leden tol betalen bij de huizen, dat ze niet fout lopen en dat ze hun huizen op de juiste plaats neerzetten.. Hij is ook de bank. Als de leden ergens moeten betalen, betalen ze het bedrag aan de leider. Als ze ergens geld verdienen (aan een post of door geld af te halen bij hun eigen huis), krijgen ze dat bedrag van de leider. De leider houdt best ook het krijt bij (om valsspelen te vermijden en zodat de leden dat niet allemaal hoeven vast te houden).

Je kan naar een huis van je eigen team gaan om het geld te gaan ophalen. Je doorstreept dan de streepjes en krijgt het geld van je leider.

Als je de tol niet kan betalen, maar toch door wilt, moet je een lening aangaan (met de bank). Je moet het bedrag dan driedubbel terugbetalen, voordat je nog een huis mag kopen.

Op het begin (na de uitleg) beginnen de drie teams tegelijk met een opdracht (dezelfde opdracht die je aan de posten doet). Als de opdracht gedaan is, krijgen ze 10 euro en mogen ze vertrekken. deze 10 euro is al het geld dat ze krijgen om te beginnen.

Als je een straat in wandelt, hoef je niet door te wandelen tot het einde van die straat. Je mag omdraaien wanneer je wilt. Je moet pas betalen bij een huis, wanneer je over de streep wandelt.

Je kunt eventueel ook 4 teams maken, maar best niet meer dan dat, anders kan elk team maar een heel klein deel van de huizen kopen. Je kunt wel 3 teams maken en dan elk team nog eens verdelen in 2 kleinere groepjes. Ze wandelen dan apart, maar de huizen die ze kopen zijn van beide groepjes, het geld wordt op het einde samengeteld en ze mogen geld aan elkaar doorgeven als ze elkaar tegenkomen.

Neem zeker voldoende krijt mee, minstens 5 stukken stoepkrijt per team. Je kunt best, op voorhand, voor elk team een doosje maken met geld (voor de leider, hij speelt bank), krijt en een aantal stiften in verschillende kleuren, zodat de leden op hun kaartje kunnen aanduiden welke huizen gekocht zijn. Het is het leukst als elk team een andere kleur krijt heeft. Je geeft ook aan elk team een kaartje en (best) de speluitleg. Spreek ook op voorhand af hoelaat je wilt stoppen. Het spel eindigt dan exact op dat uur. De teams hoeven op dat moment niet op een bepaalde plaats te zijn, ze kunnen blijven doorspelen tot op het afgesproken uur. Daarna (na het afgesproken uur) wandelen de drie teams terug naar het beginpunt, zonder dat ze nog moeten betalen of geld kunnen verdienen.

Kaartjes:

In bijlage staan twee kaartjes die wij gebruikt hebben: één van Ekkelgarden in Hasselt ("kaartje monoploy def letters") en één van een wijk in Dilsen-Stokkem ("kaartje monopoly kamp"). Op het tweede kaartje hebben we de huizen genummerd. Deze nummers komen overeen met de nummers in de legende. Spijtig genoeg worden deze nummers door sommigen verward met echte huisnummers. Daarom zijn op het kaartje van Ekkelgarden letters gebruikt in plaats van cijfers. Als je zelf een kaartje maakt, gebruik je dus best ook letters en geen cijfers. Er zijn ook telkens 2 kaartjes. Op het eerste zijn de huizen aangeduid en staan de straten waar je mag komen in het wit en die waar je niet mag komen in het zwart. Het tweede kaartje is gewoon een screenshot van google maps, dat kan helpen om je te oriënteren.

Opdrachten:

  • iets uitbeelden

  • iets beschrijven

  • pictionary

Uitbreiding:

  • 2 teams mogen elkaar niet kruisen. Als ze dat toch doen, moeten ze een spel tegen elkaar spelen (vb hanengevecht, levend schaken, vlaggenroof), de winnaar krijgt geld van de verliezer.

 
Materiaal
veel krijt - kaartjes en uitleg (x3) - speelgeld - opdrachten (uitbeelden, raadsels .....) - pennen/stiften om op de kaartjes te schrijven
Organisatie
/

Leeftijd

10
tot
10 000 000 jaar

Aantal spelers

6
tot
32 spelers
Duur
120 minuten
Aantal groepen
3 groepen
Terrein
Intensiteit
matig