Autismespectrumstoornissen

Een heel brede groep van personen die moeilijkheden hebben bij het verwerken van cognitieve, taalkundige, motorische en sociale vaardigheden. Ze leggen andere associaties dan 'normale' personen en structureren de prikkels die op hen afkomen op een andere manier of helemaal niet.

Voor hen zijn dagdagelijkse dingen soms buitenaards terwijl die voor ons heel gewoon zijn. Wij zien als buitenstaander slechts een klein deeltje: hun gedrag en de dingen die ze doen. Het belangrijke is dat we de binnenkant leren kennen. Zo kunnen we ondekken hoe ze denken en welke verbanden ze leggen. Autismespectrumstoornissen is heel breed, dat wil niet zeggen dat iedereen met de diagnose al deze kenmerken bezit.

Sterk in:

Hebben een heel sterke interesse in een bepaald onderwerp. Ze zouden dan ook alles doen om er meer over te willen weten of het beter te kunnen.

Moeilijk met:

Communicatieve vaardigheden. Ze hebben het moeilijk zichzelf te uiten en begrijpen soms moeilijk wat iemand anders bedoelt. Daardoor is contact maken met anderen iets waar ze niet goed in zijn. Ze kunnen zich moeilijk inleven in iemand anders. Ze zullen dan ook moeilijker begrijpen waarom iemand weent of gelukkig is.

Veranderingen liggen vaak moeilijk. Genoeg voorbereiden en herhalen wat op de planning staat is de boodschap. Ze hebben het moeilijk met sociale regels. Deze regels zijn vaak onuitgesproken en bezitten soms associaties die zij niet begrijpen.

Speeltips:

  • Structuur bieden door dagindeling, rustpauzes, momenten van vrij spel, keuzes,... te overlopen. Vertel wat van hen verwacht wordt en wat ze niet mogen doen.
  • Vermijd figuurlijke of onduidelijke taal zoals ‘nog een beetje wachten’ of ‘met de deur in huis vallen’.
  • Herhaal je speluitleg en gebruik andere woorden als ze het niet begrijpen.
  • Visualiseer je speluitleg. Maak een visueel plan of demonstreer wat ze moeten doen.
  • Gebruik geen ingewikkelde zinnen.
  • Help hen bij keuzeactiviteiten. Bespreek de voor- en nadelen van een activiteit en zeg wat er in de activiteit zal gebeuren.
  • Probeer dode momenten te vermijden of vul ze in. Zorg er dus voor dat ze niet te lang niets te doen hebben.
  • Als regels veranderen moet je dit kaderen. Zo kunnen ze begrijpen waarom iets wel of niet kan.autisme_cartoon

 

Hoe omgaan met

  • Maak duidelijke afspraken met de kinderen en laat hen weten wat er gebeurt als ze iets goed of fout doen.
  • Zit op voorhand met de kinderen samen en bereid hen voor op wat zal gebeuren.
  • Zorg ervoor dat het kind weet bij wie hij/zij terecht kan.
  • Zorg voor een prikkelarme ruimte indien het de kinderen eventjes te veel wordt.


Hoe spelen aanpassen?

Stel een plan of schema op om activiteiten uit te leggen.
Spreek duidelijke grenzen af. Zo weten ze wat van hen verwacht wordt en wat hun taken zijn.