Materiaal: bal, krijt, papieren bloemen, een voor elke speler van een ploeg.
In een hoek van het speelveld wordt een kamp afgebakend.
Ploeg A neemt er zijn intrek. In dit kamp wordt een vierkant getekend. Ongeveer 20m. verder bevindt zich een bloemenveld (zelf gemaakt !!! niet in iemand zijn tuintje), een cirkel met papieren bloemen erin. Ploeg B verspreidt zich over het speelveld: op minstens 2m afstand van het kamp A.
Beurtelings moeten de spelers van A naar het bloemenveld vertrekken en terugkeren. Bij het vertrek legt de loper van A de bal in het vier kant neer. Op dit ogenblik loopt een speler van B naar de bal en nukt op de loper of gooit de bal door naar een medespeler. De spelers van B mogen niet lopen met de bal.
Wie het bloemenveld bereikt heeft zonder geraakt te worden, mag een bloem meenemen naar het kamp A. Als alle spelers van A gelopen hebben, wordt er omgewisseld. De ploeg die de meeste bloemen heeft binnengehaald, wint.
