Op weg naar Emmaüs

Op weg naar Emmaüs

Speluitleg

Link met het thema

In het verhaal van de storm op het meer doet Petrus een geloofsuitspraak: “U bent werkelijk Gods Zoon”.  De leerlingen op weg naar Emmaüs ontdekken ook beetje bij beetje met wie ze op weg zijn, wie die Jezus is…

 

Doel

Jongeren dezelfde ervaring te laten hebben als de Emmaüsgangers, door zonder het te weten zelf letterlijk in het Emmaüsverhaal te stappen en zo de verschillende fasen van het verhaal te beleven.

 

Verloop

De groep jongeren vertrekt twee aan twee op tocht. Bij elke halte wordt een tip gegeven om het verhaal te kunnen raden. Verklap dus nog niets bij het begin van de activiteit! Bedoeling is dat er op elke halte een begeleider is, die een tipje van de sluier oplicht en de jongeren weer verder op weg stuurt. Indien er niet zo veel begeleiders zijn, kan er ook een envelop of een symbool op de halte liggen, of kan één begeleider meerdere haltes verzorgen enzovoort.

Hoe meer tijd er is voor deze tocht, hoe verder de haltes uit elkaar kunnen liggen.

 

1: de tocht

 

De tocht kent zes haltes. Vertrek en eindpunt zijn gelijk. Plaats hier een naambord: Jeruzalem

Halte 1: Volgende vraag wordt aan de jongeren gesteld: “Wat is er? Waarom lopen jullie hier zo nadenkend rond? Weet je al waarover het gaat?”

Halte 2: Het bord “ziende blind zijn” wordt aan de jongeren getoond. Hierbij ligt een blinddoek met grote ogen op getekend. Het verhaal van de voetstappen in het zand wordt gelezen.

Halte 3: er wordt geluisterd naar een verrijzenislied (bvb. Christus Ressurexit van Taizé)

Halte 4: de jongeren worden geblinddoekt en mogen ruiken aan brood en wijn in de hoop het te herkennen

Halte 5: de begeleider neemt een ovenkoek en breekt hem om hem onder de jongeren (die per twee bij de begeleider komen) te verdelen

Halte 6: de jongeren krijgen de letters van de plaats ‘Emmaüs’ en moeten hiermee het woord proberen te vormen. Als tip kan eerst de eerste letter bekend gemaakt worden, vervolgens de laatste enzovoort… Wanneer ze dit gevonden hebben, mogen ze terug naar Jeruzalem.

 

2: verwerking

 

Bij aankomst krijgt ieder een blad met de tekst van het Emmaüsverhaal. Als iedereen er is, wordt het verhaal luidop voorgelezen. Daarna worden de zes haltes besproken. Herkennen de jongeren de zes haltes die ze onderweg hadden in het verhaal? Hoe voelde het om in de huid van de leerlingen te kruipen en zich zo ontredderd te voelen, niet weten waar naar toe, wat de vreemde situatie hen brengen zou?

 

De zes haltes op het verhaal gelegd:

Twee leerlingen vertrekken na de dood van Jezus uit Jeruzalem naar Emmaüs. Ze zijn verward door de gebeurtenissen van de laatste dagen: in Jeruzalem werd Jezus veroordeeld en ter dood gebracht. Terwijl ze zo met elkaar aan het praten zijn, komt een vreemde hen vergezellen. Hij vraagt hen wat er gebeurd is, waarom zij zo bedrukt zijn. Begrijpen zij dan niet wat er allemaal gebeurd is?

De leerlingen zien de vreemde die met hen meeloopt, maar herkennen Hem niet. Ze zijn al ziende blind.

Jezus verklaart de voorbije gebeurtenissen vanuit de Schrift. Hij past de Schrift op zichzelf toe en nog altijd herkennen we Hem niet. Ze horen wel, maar luisteren niet.

De avond valt. Jezus wil vertrekken, maar de leerlingen dringen bij Hem aan om te blijven om de maaltijd bij hen te gebruiken: brood en wijn staan al klaar.

Jezus gaat bij hen aan tafel liggen, neemt brood, spreekt de zegen uit, breekt het en geeft het aan de leerlingen. Dit teken opent hun de ogen: Hij leeft!

Alles wordt nu duidelijk: de vreemde die met hen meeliep was de verrezen Heer. Jezus’ leven was dan toch geen verloren zaak. Ze spoeden zich naar hun vertrekpunt Jeruzalem om het goede nieuws uit te roepen: Hij leeft!

Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?

Surf naar www.ijd.be

Materiaal

/* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-qformat:yes; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:11.0pt; font-family:"Calibri","sans-serif"; mso-ascii-font-family:Calibri; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-fareast-font-family:"Times New Roman"; mso-fareast-theme-font:minor-fareast; mso-hansi-font-family:Calibri; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-bidi-font-family:"Times New Roman"; mso-bidi-theme-font:minor-bidi;} Tekst van het Emmaüsverhaal, kartonnen wegwijzers, blinddoek met grote getekende ogen op, verhaal van de voetstappen in het zand, “Paaslied” in een vreemde taal, CD-speler (zo nodig met batterijen), twee blinddoeken, brood en wijn, ovenkoek om te breken

Organisatie
Interdiocesane Jeugddienst vzw

Leeftijd

16
tot
20 jaar

Aantal spelers

4
tot
35 spelers
Duur
120 minuten
Aantal groepen
1 groep
Terrein
Soort
Intensiteit
matig