Samen in de boot

Samen in de boot

Speluitleg

Link met het thema

Petrus en de andere leerlingen vormen een groep die op Jezus’ uitnodiging de veilige oever verlaten en samen varen naar de horizon.

 

Doel

Jongeren reflecteren over de identiteit van hun groep.

Jongeren stellen een engagementsverklaring van de groep op.

Jongeren ervaren hoe het voelt om door mekaar geschud en opgevangen te worden.

Jongeren verwoorden naar mekaar wat het moeilijk maakt groep te vormen en wat hun een veilig, vertrouwd gevoel in de groep geeft.

 

Verloop

 

Vooraf

Op het terrein ligt op 4 haltes een voorwerp. De deelnemers leggen een bepaald parcours af waarbij ze deze voorwerpen in een gegeven volgorde passeren. Bij elke halte ligt een opdrachtkaartje met een samenwerkingsoefening en een gespreksmethodiek.

 

1) We schepen in aan ‘de kade’

-      Voorwerp: gevouwen bootje

-      Opdracht: Iedere deelnemer krijgt een bepaalde kleurstift. De deelnemers krijgen de opdracht op een groot wit blad een boot te tekenen. Deze boot stelt hun groep voor. Deze samenwerkingsopdracht gebeurt in stilte. Ieder zet om beurt een lijntje op het blad. Als de boot klaar is worden de deelnemers uitgenodigd in overleg woorden op de boot te schrijven. Deze woorden zijn kenmerken van de groep, dingen die de groep belangrijk vindt.

-      Gespreksmethodiek: De deelnemers stappen figuurlijk in de boot door allen op een tapijt/doek te gaan staan en zich met dit tapijt/doek samen naar de volgende halte te verplaatsen. Ieder neemt bij aanvang om beurt plaats op het tapijt/doek en zegt waarom hij/zij in het bootje van de groep wil stappen. 

-      Materiaal: gevouwen bootje, opdrachtkaartje, wit blad, kleurstiften, pennen, tapijt/doek

De groep verplaatst zich op het tapijt/doek naar de eerste boei.

 

2) ‘1ste boei’

-      Voorwerp: Bakje met water

-      Opdracht: Iemand gaat met de ogen dicht op de grond liggen. De anderen nemen deze persoon ergens vast en tillen hem/haar wat van de grond. Ze bootsen aan de hand van hun bewegingen een rustige en nadien woelige zee na. De deelnemer zegt kort hoe hij/zij dit ervaren heeft. Vervolgens wordt de ervaringsoefening herhaald met andere deelnemers.

-      Gespreksmethodiek: Een deelnemer neemt het bakje water in zijn/haar handen en spat wat water in het gezicht van een ander. Deze persoon wordt uitgenodigd om een antwoord te geven op de vragen ‘Waarmee heb ik het moeilijk in de groep? Wat maakt het moeilijk om groep te vormen?’. Vervolgens neemt deze het bakje water vast en spat wat water op het gezicht van een ander. Op deze wijze wordt iedereen herinnerd aan de storm waarin ieder van ons wel eens terecht komt en uitgenodigd om hier iets over te zeggen.

-      Materiaal: bakje met water, opdrachtkaartje

De groep verplaatst zich op het tapijt/doek naar de tweede boei.

 

3) ‘2de boei’

-      Voorwerp: opgeblazen plastieken handschoen

-      Opdracht: De deelnemers gaan in een kring staan, deze kring moet dicht gemaakt worden zodat er zo min mogelijk ruimte ontstaat tussen de deelnemers. 1 persoon gaat in het midden staan en laat zich als een plank achterover vallen. Door de kring wordt hij opgevangen en zachtjes naar een ander gedeelte van de kring geslingerd. De persoon in het midden moet zich als een plank blijven bewegen. Voeten dicht bij elkaar en helemaal recht blijven.  Dit herhalen we een aantal keren met andere deelnemers. Nadien vertelt iedereen even hoe hij/zij deze oefening ervaren hebben.

-      Gespreksmethodiek: Iedereen gaat zitten in een kring en de handschoen wordt aan elkaar doorgegeven. De deelnemers wisselen uit rond de vragen ‘Wanneer of waardoor voel ik me gedragen in deze groep? Op welke momenten werd me een hand gereikt?’. Een persoon mag enkel spreken als hij/zij de handschoen in de hand heeft.

-      Materiaal: plastieken handschoen, opdrachtkaartje

De groep verplaatst zich op het tapijt/doek naar de overkant.

4) ‘de overkant’

-      Voorwerp: zaklamp

-      Opdracht: Er wordt een zaklamp aangestoken en iedere deelnemer ontvangt een klein spiegeltje. Een tekstje wordt voorgelezen en een eerste persoon vangt het licht van de zaklamp in zijn/haar spiegel. Hij/zij geeft antwoord op de vraag ‘Waar droom jij van? Hoe ziet jouw horizon eruit?’. Vervolgens vangt iemand anders met zijn/haar spiegel het licht van de spiegel van de eerste persoon en geeft eveneens een antwoord op de vraag. Zo gaan we verder tot iedereen aanbod gekomen is.

-      Gespreksmethodiek: De deelnemers gaan rond de tekening van hun boot zitten. De begeleider tekent een horizon op het blad en nodigt de groepsleden uit om na te denken en uit te wisselen rond de vragen ‘Wat ligt er aan de horizon voor ons groepsbootje? Hoe willen we ons als groep inzetten voor elkaar en anderen daarbuiten? Hoe willen we geloven in onze groep een plaats geven?’. Dit wordt neergeschreven in een engagementsverklaring (geloofsverklaring) van de groep.  

-      Materiaal: zaklamp, spiegels, opdrachtkaartje, blad met tekening boot (zie halte 1), stift, schrijfpapier, pen

 

 

Suggestie: Na deze werkvorm kan je tijdens een bezinnend moment de Bijbeltekst waar Jezus over het water loopt (Mt 14,22-33) samen lezen.

Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?

Surf naar www.ijd.be

Materiaal

/* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-qformat:yes; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:10.0pt; font-family:"Calibri","sans-serif"; mso-bidi-font-family:"Times New Roman";} Opdrachtkaartjes, gevouwen bootje, groot wit papier, kleurstiften, pennen, tapijt/doekmat, zaklamp, spiegels, schrijfpapier, plastieken handschoen, bakje met water

Organisatie
Interdiocesane Jeugddienst vzw

Leeftijd

16
tot
20 jaar

Aantal spelers

6
tot
99 spelers
Duur
90 minuten
Aantal groepen
1 groep
Intensiteit
matig