De leden worden verdeeld in 4 groepen door blindelings een m&m uit een zakje te nemen (vooraf van 4 kleuren het goede aantal in het zakje doen).
Start van het spel:
De eerste groep gooit met de dobbelsteen en gaat het juiste aantal vakken vooruit. Dan krijgen ze een opdracht die bij de kleur past waarop ze terechtkwamen.
Rode, blauwe en groene opdrachten worden met alle groepjes gespeeld. Gele en bruine opdrachten tellen uiteraard enkel voor de groep die gooide met de dobbelsteen.
De winnaars van de opdracht gooien met de dobbelsteen en krijgen dit aantal m&m’s in hun bekertje. Blauwe opdrachten tellen voor dubbele m&m’s!
Het is dus niet noodzakelijk waar dat als je veel opdrachten wint, ook het meest m&m’s zal hebben. Groepen die minder vaak winnen met een opdracht, maar hoge getallen gooien met de dobbelsteen, kunnen toch veel punten verzamelen.
Opdrachten:
GROEN: DOE-OPDRACHT
* Bloemparcours: parcoursmet een lepel vol bloem afleggen (estafette van 5 minuten – om ter meest bloem verzamelen)
* Kruiwagenrace: per twee kruiwagen spelen met bekertje bloem op de rug (estafette van 5 minuten – om ter meest bloem verzamelen)
* Zaklopen: er mag max. 3 keer gevallen zijn met de hele groep
* Bloemzakken doorgooien: redelijke afstand van elkaar, zo weinig mogelijk keer laten vallen
* Ballonnenspel: ballon in de lucht houden en terwijl die van de tegenpartij op de grond duwen, groep die langst volhoudt, is gewonnen
* Inpakken met toiletpapier:één lid van de groep dient als mummie en houdt het
uiteinde van een rol toiletpapier vast. Vervolgens moet men trachten zo dikwijls mogelijk
rond de proefpersoon te draaien (met het toiletpapier) zonder dat het breekt.
* Zoek om ter eerst vijf levende insecten.
* Gooi de bal vanaf enkele meters vijfmaal tegen een kring op de muur: elk lid van de groepjes moet slagen in deze opdracht, de groep met het minst aantal missers wint de opdracht
* Schrijf je naam met je tenen en verf: jury (leiding) bepaalt de duidelijkste
* Honderdmaal touwtje springen met heel de groep: het eerste lid begint te springen, als die mist, springt de tweede verder,… tot ze 100x gesprongen hebben (tijd meten, want er kunnen meerdere groepjes bij 100 geraken, snelste tijd wint in dat geval)
ROOD: DIERENDENKOPDRACHT (quiz met afdruklampen)
* Wat hebben kikkers in hun bek dat padden niet hebben? tanden
* Welk dier wordt genoemd als men een erge droom heeft? merrie
* Is bij de vogels het mannetje of het vrouwtje mooi gekleurd?mannetje
* Uit welke twee grote delen bestaat een ei?eiwit en dooier
* Hoe ziet men de ouderdom van een paard? aan de tanden
* Wie is het grootst: een leeuw of een tijger?tijger
* Wat eet een panda?bamboe
* Waarmee zoekt de zalm zijn weg?met zijn neus
* Wie is het slimst: de ezel of het paard? de ezel
* Hoe heet het mannetje van een varken? beer
BLAUW: SMURFENOPDRACHT (dubbele punten!)
* 60m sprint: met bekertje tussen de benen, mag niet vallen
* lange afstandsloop: met grote laarzen aan
* paalwerpen: met een bezemsteel
* speerwerpen: met tandenstokers
* verspringen: achteruit
* kogelstoten: met een natte spons
* basketballen: met tennisballetje in emmer
* hoogspringen: limbodansen onder een stok
* goalen maken: op de goal sjotten met voeten aan elkaar gebonden
* gewichtheffen: twee bakstenen recht voor zich houden
Speleinde:
De groep die de meeste m&m’s heeft, is de winnaar. Zij krijgen een m&m-medaille.
Alle leden mogen natuurlijk de gewonnen m&m’s opeten. De overschot van de zak kan je verder verdelen.
Materiaal
Materiaal:
pionnen
grote dobbelsteen
M&M's
spelbord
bekertjes
‘m’ in 4 verschillende kleuren voor groepjes
speldjes
bloem
lepels
zakken
ballonnen
toiletpapier
bal
verf
springtouw
afdruklampen (of een ander systeem om duidelijk te weten wie als eerste mag antwoorden in de quiz)
grote laarzen
bezemsteel
tandenstokers
sponsen
emmers water
tennisballetjes
emmers
sjaaltjes (om voeten vast te binden)
bakstenen
medailles
Inkleding:
De leiding is verkleed in de kleur van een m&m (vooraf afspreken zodat er verschillende kleuren leiding aanwezig zijn). Zij spelden een grote, witte ‘m’ ophun buik en rug.
De leden krijgen na de groepsverdeling ook een ‘m’ op hun buik en rug gespeld, maar inde kleur van hun groepje.
Elke groep krijgt een m&m-pion en een bekertje om m&m’s (punten) te verzamelen.
Er wordt een groot spelbord gemaakt met gekleurde vakken. Elke kleur staat voor een bepaald soort opdracht. Er is geen begin- en eindpunt, maar er wordt telkens verder rondgegaan. groen = doe-opdracht blauw = smurfenopdracht (ook bonusopdracht, dus voor dubbele m&m’s) rood = dierendenkopdracht geel = m&m afgeven bruin = beurt overslaan
